Livestream foto

Nieuws

UPDATE: Verlaagd btw-tarief voor digitale muziek- en toneeluitvoeringen?

27-02-2021

UPDATE 27 februari 2021

In NTFR werden de antwoorden op de Kamervragen besproken door Prof. mr. dr. R.A. Wolf en hij is ook erg kritisch. Volgens hem is het wel mogelijk om het lage btw-tarief toe te passen op de toegang voor digitale popevenementen en andere muziek- en toneeluitvoeringen, omdat zo'n digitaal evenement geen elektronische dienst is en in het arrest Geelen van het HvJ EU anders is beslist. Ook kan Nederland gerust (tijdelijk) afwijken van de EU btw-richtlijn, zoals met de mondkapjes is gedaan.

Zie het Commentaar van NTFR 2021/691 in de downloads.


12 februari 2021

Op 10 februari 2021 heeft Staatssecretaris van Financiën vragen van Kamerleden Leijten en Kwint (SP) beantwoord over het btw-tarief voor digitale popevenementen (zie zijn brief bij de downloads).

De staatssecretaris is van mening dat digitale popevenementen kwalificeren als elektronische diensten waarvoor geen verlaagd btw-tarief kan worden toegepast, maar 21% btw gerekend zou moeten worden. Hij verwijst hiervoor naar artikel 58 lid 1 onderdeel c jo. Bijlage II punt 4 van de Btw-richtlijn. Elektronische diensten zijn uitgesloten van de toepassing van het verlaagde btw-tarief op grond van artikel 98 lid 2 Btw-richtlijn (met uitzondering van e-publicaties).

Maar klopt deze directe verwijzing van de staatssecretaris naar de EU-richtlijn wel?

In de Nederlandse Wet op de omzetbelasting zijn de twee bepalingen over elektronische diensten namelijk niet overgenomen en rechtstreekse werking van de btw-richtlijn is naar onze mening niet toegestaan. Dat komt omdat een EU-richtlijn zich uitsluitend richt op de lidstaten, die hun wetgeving overeenkomstig moeten vaststellen, maar burgers geen rechtstreekse verplichtingen kan opleggen. Kortom, lidstaten kunnen hun eigen nalaten of wanprestatie bij hun wetgeving niet aan burgers tegenwerpen door rechtstreeks naar een richtlijn te verwijzen.

Wel kan een burger rechtstreeks een beroep doen op een EU-richtlijn als dat in zijn/haar voordeel is, dus als de nationale wet strikter is dan de richtlijn. Maar daarvan is hier geen sprake.

Naar onze mening kunnen digitale popevenementen en andere muziek- en toneeluitvoeringen wel onder het verlaagde btw-tarief van 9% vallen. Het verlaagde btw-tarief staat in artikel 9, lid 2, onderdeel a Wet op de omzetbelasting staat en wordt uitgewerkt in Tabel I bij de wet, o.m. in post B-14, onderdeel d van Tabel I voor "het verlenen van toegang tot muziekuitvoeringen en toneeluitvoeringen". Het gaat er dan om dat er afzonderlijk toegang wordt verleend voor een muziek- of toneeluitvoering. Dit is het geval als er kaarten worden verkocht voor een livestream. Op welke wijze de muziek- of toneeluitvoering wordt bekeken en beluisterd maakt geen verschil voor het btw-tarief. Er is in de Wet OB geen beperking aangebracht voor elektronische diensten.

Wij hebben de Kamerleden Leijten en Kwint (SP) gevraagd hierover nadere vragen te stellen aan de Staatssecretaris van Financiën. Wordt hopelijk dus vervolgd.

Btw